Everhard Schouten

Everhard Schouten

Everhard Schouten als 19-jarige militair in 1941.

Nagasaki na de atoombom

In 1945 gooiden de Amerikanen atoombommen op Hiroshima (6 augustus) en Nagasaki (9 augustus). Mijn vader had het geluk dat hij op dat moment in een loopgraaftunnel aan het werk was. Hij herinnerde zich de lichtflits nog van de bom die zo’n 1800 meter verderop tot ontploffing kwam. Door de schok die daarop volgde, raakte hij bewusteloos. Toen hij bijkwam en uit de loopgraaf kroop, zag hij dat heel Nagasaki in brand stond. De hitte was intens en hij snakte naar water. Gebouwen waren met de grond gelijkgemaakt. De hemel was donkerrood gekleurd en de aarde zwartgeblakerd. Zover hij kon kijken, zag hij duizenden doden en gewonden. Voor Eef was dit de hel op aarde.
In de totale chaos die heerste, vluchtte Eef samen met andere gevangenen, kampbewakers en burgers de heuvels van Nagasaki in. Onderweg zag hij een gewonde Japanse vrouw liggen, kreupel en onder de brandwonden. Hij nam haar op zijn rug, en zette zo zijn vlucht voort. Drie dagen en nachten brandde Nagasaki. Niet lang daarna gaf Japan zich over en werd Eef bevrijd door de Amerikanen. Hij kreeg voor het eerst weer normaal voedsel, schone kleren, chocolade en sigaretten.

Tijd vóór de oorlog

Everhard ( Eef) Schouten, is geboren op 19 september 1922 in Semarang als oudste kind in het gezin van negen kinderen. Zijn vader, was kapitein in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, het KNIL. Het gezin woonde vlak naast de kazerne waar het 5e bataljon KNIL was ondergebracht. Zijn moeder zorgde samen met zeven baboes (kindermeisjes) en kokkies voor het huishouden. Zij leefden in harmonie en weelde. Na de MULO ging Eef in 1941 als 19-jarige bij het KNIL. Daar werd hij in een militair pak gehesen en kreeg hij een wapen, waarmee hij in de loopgraven rondom Bandoeng de stad moest verdedigen tegen een eventuele invasie van de Japanners.

De oorlogsperiode in Indië

In 1943 wordt hij als 21-jarige soldaat krijgsgevangen gemaakt door het Japanse leger nadat Nederlands-Indië zich had overgegeven aan Japan. Zijn eenheid moest zich melden op het hoofdkwartier in Bandoeng. Samen met honderden andere krijgsgevangenen werd hij verscheept naar Japan in de zogenaamde “Hell ships”, waarin velen het leven lieten als gevolg van de hitte, ziekte, uitdroging en ondervoeding. In Nagasaki werden ze als dwangarbeiders tewerkgesteld op de scheepswerf van Mitsubishi. De omstandigheden waren mensonterend. Gevangenen werden gemarteld en leefden onder erbarmelijke omstandigheden. Eef heeft zelfs kameraden onthoofd zien worden.

De Hawaii Maru, het “hell schip” waarop Everhard Schouten in 1943 één van de 1000 krijgsgevangenen van Singapore naar Modji in Japan voer.
9 augustus 1945. Het terrein van de scheepswerf van Nagasaki is volledig weggevaagd na de atoomexplosie. Everhard Schouten was op dit terrein aan het werk en overleefde deze aanval met de tweede atoombom. Bron foto: http://www.atomicarchive.com/History/twocities/nagasaki/image8.shtml

De hereniging met familie 1945/1946

Eef werd door de Amerikanen, met een tussenstop in Manilla, gerepatrieerd naar Nederlands-Indië en niet veel later herenigd met zijn familie. Wonder boven wonder hebben alle gezinsleden, die verspreid over Indonesië in interneringskampen gevangen zaten, de oorlog overleefd. Na de bevrijding werden zij allen vanuit Semarang naar Singapore overgebracht om op krachten te komen. Daar hebben zij hun vader teruggevonden die vanuit Birma overgebracht was. Daarna verhuisde het hele gezin naar Batavia, waar niet lang erna de politionele acties begonnen.

Nog steeds oorlog: de Bersiaptijd en politionele acties

Tijdens die politionele acties 1947 – 1949 is Eef een jaar lang chauffeur geweest van de beruchte kapitein Raymond Westerling in de regio Zuid-Celebes (Sulawesi). Deze nam het niet zo nauw met de regels rond het oorlogsrecht en na de zoveelste executie van vaak onschuldige Indonesiërs, heeft Eef overplaatsing aangevraagd naar een eenheid in Batavia.

Juli 1946. Indonesië: na terugkeer uit krijgsgevangenschap in Japan en een korte hersteltijd, moest Everhard Schouten als KNIL-militair weer de oorlog in. Nu tegen de Indonesiërs die zich onafhankelijk hadden gemaakt van Nederland, dat zich niet bij de ontstane situatie neerlegde. Everhard Schouten wist al snel dat hij niet meer in een oorlog wilde deelnemen. Gedetacheerd bij Raymond Westerling’s speciale troepen zag hij praktijken die moeilijk met zijn geweten in het reine waren te brengen. Hij vroeg daarom overplaatsing. Everhard Schouten staat niet op deze foto. Deze foto is in de regio Depok, West-Java. Bron foto: Nationaal Archief

Repatriëring naar Nederland

Na al deze ellende te hebben meegemaakt besloot zijn vader, vanwege de dreigende situatie in Indonesië, met het gehele gezin te verhuizen naar Den Haag. Hier werden ze per twee gezinsleden ondergebracht in gastgezinnen. Niet de meest ideale situatie, maar er was op dat moment geen andere oplossing. Na een jaar en op schriftelijk verzoek van zijn vader aan Prins Bernhard, kreeg het gezin een huis toegewezen in Nijmegen in de Dr. Jan Berendsstraat. Eef was ervoor als KNIL-militair eerst ondergebracht bij de Marine in Vlissingen en daarna gestationeerd bij de staf in Den Haag. Daar ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Rosa Spelier, die uit het kleine dorpje s’Heer Arendskerke in Zeeland kwam. Ze maakten er in februari 1953 ook nog eens de watersnoodramp mee.

Toen Eef in Nijmegen een baan aangeboden kreeg op de LIMOS-kazerne als onderofficier bij de dienst Welzijnszorg, verhuisde het gehele gezin met Zeeuwse opa en oma naar de binnenstad van Nijmegen naar een woning in het centrum op de hoek Bloemerstraat- Piersonstraat. Daar begon opa Spelier een banketbakkerij met lunchroom en cafetaria waar het hele gezin in meewerkte. Toen het vijfde kind op komst was, verhuisden het gezin naar een groter pand op de Sint Annastraat 620 in Nijmegen.

Zoals typerend is voor de meeste mensen die de oorlog hebben meegemaakt en overleefd, praatte ook Eef niet graag over zijn verleden. Mondjesmaat vertelde hij er wel over, maar dat ging vaak met horten en stoten.’ Niet alleen psychisch liet de aanwezigheid in Nagasaki diepe sporen achter, ook fysiek gezien had hij grote problemen. De blootstelling aan de straling van de bom zorgde al op vrij jonge leeftijd voor kanker. Eerst huidkanker en later kanker in zijn nier. Ondanks al die tegenslagen heeft Eef de respectabele leeftijd van 90 jaar bereikt.
Pas op hoge leeftijd begon Eef steeds meer te vertellen over de zwartste periode in zijn leven. Dat had deels te maken met het feit dat zijn zoon Rob druk in de weer was geweest om voor Eef ook door de Japanse Hoge Raad te laten erkennen als ‘Hibakusha’, een erkend slachtoffer van de atoombom. Na jaren van correspondentie met Japan, Japanse Ambassade en de gemeente Nagasaki, wist Rob dit een jaar voor zijn dood nog voor elkaar te krijgen. Die erkenning vond hij erg belangrijk. Het zorgde voor een stukje berusting. Het ging hem niet om de Healthcare Allowance die hij van Japan zou ontvangen, maar om de symboliek die ervan uitging. Dit was voor Eef de reden om de Japanners te vergeven voor het leed dat hem is aangedaan. Maar ook de Amerikanen voor het gooien van de atoombom.

Everhard Schouten-kampkaart
De kampkaart van Everhard Schouten

Gevolgen van de oorlogservaringen

De gevangenschap en het vallen van de atoombom hadden een diepe impact op het leven van  Eef en het gezin. Zo had hij ’s nachts vaak dromen of nachtmerries en werd hij badend in het zweet en soms gillend wakker. Dan ging Rosa met Eef naar buiten, liep dan net zo lang met hem in het holst van de nacht, tot hij weer rustig werd. Vervolgens ging Rosa het bed verschonen, zette een kopje rustgevende thee voor hem en kon hij in een schoon bed verder slapen, totdat hij weer om 6 uur opstond om voor zijn vijf kinderen het ontbijt te maken. Daarna pakte hij meteen de fiets  om naar zijn werk te gaan.

2015. Het paspoort ‘Hibakashu’ is aan Everhard Schouten postuum gegeven. Dit is een erkenning als slachtoffer van de atoombom die op Nagasaki is geworpen.

Vlak voor zijn dood, en na de erkenning door Japan, kwam de Japanse filmmaakster Shizu Azuma bij Eef om zijn verhaal te documenteren. Tijdens dat interview, waarin Eef helaas al aan het dementeren was, kon hij zich één Japanse zin nog goed voor de geest halen: “Ik hou van jou”. Dit was ook de reden om zijn boodschap van vergeving over te brengen naar Japan tijdens de officiële 70e herdenking op 9 augustus 2015. Helaas kon hij zijn laatste grote wens niet meer in vervulling laten gaan om nog één keer terug te keren naar Nagasaki. Hij overleed hij op 15 november 2012. Zijn zoon Rob en zijn  vrouw  hebben uit zijn naam deze boodschap overgebracht.

70e herdenking Atoombom Nagasaki 9 augustus 2015

15 augustus 2015. Nadat Rob Schouten de speech namens zijn overleden vader had gehouden, werd zijn vader’s Testimony opgetekend in het Atomic Bomb Museum. Foto: Rob Schouten
15 augustus 2015. Rob Schouten en zijn vrouw Lies zijn in Nagasaki om te herdenken dat de atoombom 70 jaar geleden de stad grotendeels wegvaagde en 70.000 mensenlevens kostte. Foto: Rob Schouten.
Vertaling door Google translate (deze vertaling klopt niet 100% met de taal van het land)